Hoofdstuk 13    1900 Uitbreiding en problemen

 

In 1900 zijn we nog steeds  wonende in Laren maar onderweg bevalt Hillegien in Delft van een zoon Jacobus Hendrikus. 

Hij wordt geboren op 24 Maart 1900 om 15:00 in een woonwagen

staande aan de Rotterdamscheweg.

 

 

Geboorteakte Jacobus Hendrikus

 

 

 

 

 

 

Overlijdensakte Hillegina
Overlijdensakte Hillegina

 

Blijdschap die bij de geboorte van Jacobus Hendrikus moet zijn geweest, Barend heeft tenslotte weer een zoon, moet overschaduwd zijn geweest door het overlijden van hun dochter. Hillegina, het meisje wordt net geen twee jaar. 2 maart 1900 overlijd zij in Den-Haag. 30 April zou ze twee jaar zijn geworden.

 

 

 

                                                                                             

                                  

Hoofdstuk 14     1900     De kont tegen de kribbe

 

Van al die shit die ze over zich heen krijgen, zou je ook je kont tegen de kribbe gooien, en dat doet Barend dan ook.

Zie het aantal meldingen in het algemeen politieblad.

 

Barend Meerman 44 jaar stoelenmatter, bij vonnis van het kantongerecht te Delft 18 April 7 en 29 Mei 1900 bij verstek veroordeeld respectievelijk tot ene geldboete van F 1,- subsidiair 1 dag hechtenis. 2e geldboete van F 1,- subsidiair 1 dag hechtenis Voor iedere geldboete , 2 geldboetes van F3,- subsidiair 3 dagen hechtenis voor iedere geldboete en tot 1 geldboete van F 1,- subsidiair 1 dag hechtenis wegens openbare dronkenschap en het opgeven van een valsche naam.  

 

Barend Meerman 44 jaar stoelenmatter, wonende te Laren. Thans waarschijnlijk verblijvende in een woonwagen.

Bij vonnis der Arrondissement-Rechtbank te ’s Gravehage dd. 31-Juli 1900 bij verstek veroordeeld tot eene geldboete van F3,- subsidiair 3 dagen hechtenis, wegens belediging ambtenaar.

De officier van Justitie te ’s Gravenhage verzoekt tenuitvoerlegging en bericht.

 

Barend Meerman 44 jaar stoelenmatter wonende en gedomie te Laren, bij vonnis van kantongerecht te Hilversum dd. 7 juli 1900 veroordeeld tot 1 week hechtenis, wegens openbare dronkenschap gepleegd bij 3e herhaling.

 

 

Vonnis Kantongerecht Delft

Vonnis Arrondissement-Rechtbank 's Gravehage

In het kort wat er is gebeurt, u kunt hieronder het hele vonnis lezen. 

25 April 1900 om ongeveer 15:00 uur is Barend  in Leiden op de Paardensteeg. Hij komt daar veldwachter Ackerman tegen.

Barend vraagt aan Ackerman "Wat wou jij?" "Vuile flikker sodemieter!" "Wil jij mij wegjagen?"

Dit schiet bij Ackerman in het verkeerde keelgat.

Ook omdat Barend volgens de veldwachter onder invloed is, mag hij mee naar de politiepost en geeft daar ook nog een valse naam op. Hij heet Bernardus Meerman zegt hij.

Dit hele geintje kost Barend 3 gulden of 3 dagen zitten. Hij is, zoals gewoonlijk, niet bij zijn vonnis en wordt bij verstek veroordeeld. 

Heeft Barend een drankprobleem? In eerste instantie zou ik zeggen “nee”, hij lust er wel een of twee.

Maar heeft hij dan gelijk een drankprobleem?

Aan de andere kant zeg ik “ja”,

Waarom?

Omdat hij regelmatig door het drankgebruik in aanraking komt met justitie.

Ook door dronkenschap nog wel eens een  kort lontje heeft, waardoor de straffen die hij krijgt hoger zijn als voor alleen openbare dronkenschap.

Hij het eigenlijk tegenover zij gezin niet kan maken een celstraf te riskeren.

Ook omdat er dan geen inkomsten zijn. Toch zijn daar telkens weer de veroordelingen.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb er alle begrip voor dat Barend soms de boel de boel laat en zijn problemen probeert te vergeten.  

Hoe hij er elke keer mee wegkomt is mij een raadsel.

Hij staat geregistreerd in het algemeen politieblad. Niet 1 keer maar meerder malen. Als hij voor moet komen,  is hij daarbij niet aanwezig. 

Als er weer iets gebeurd op straat en er komt politie bij kijken, worden zijn personalia opgenomen en hij wordt weer de straat op gestuurd. Zonder dat men het politieblad inziet? Kans gemist!

Barend petje af. Je flikt het elke keer weer,  dom ben je zeker niet!  

 

 

Hoofdstuk 15  zigeuners en zo.

 

Het moet niet makkelijk zijn geweest om behandeld te worden als uitschot.

Niet welkom, geweerd, uitgescholden, zover mogelijk uit het zicht, ga zo maar door.

Het zijn allemaal zigeuners en zo, daar moet je toch voor uitkijken.

En dat alleen maar omdat je ergens hebt besloten om in een woonwagen rond te trekken om je kostje bij elkaar te scharrelen. Hier heb je behoorlijk wat lef voor nodig.

Hieronder een stukje uit de Gooi en Eemlander Courant 5 Oktober 1901.

Het gaat over het woonwagenkamp waar ook hun dochter Hillegina is geboren, het kamp aan de Eemnesserweg in Laren.

Lees het krantenbericht op uw eigen manier, ik onthoud mij van ieder commentaar.

 

Gooi en Eemlander 8 maart 1902

Hoofdstuk 16     1901-1903 

Pagina uit het Algemeen Politieblad

We zijn een jaar verder in de tijd. 

Weer een vermelding in het politieblad;

Meerman Barend, stoelenmatter reizende met een woonwagen, vonnis van het Kantongerecht te Utrecht dd 29 Maart 1901 bij verstek veroordeeld tot 2 dagen hechtenis wegens openbare dronkenschap.

En nogmaals:

Meerman Barend 45 jaren, stoelenmatter veroordeling van het Kantongerecht te Hiversum dd 19 Jan.1901 veroordeeld tot 5 dagen hechtenis wegens openbare dronkenschap bij 4de herhaling. Het tegen dit vonnis gedaan verzet is op 2 nov. Door genoemd Kantongerecht vervallen verklaard. De ambtenaar van het openbaar ministerie bij voorgenoemd kantongerechten te Amsterdam verzoek tenuitvoerlegging en bericht. 

Hun standplaats is nog steeds  in Laren Noord Holland, maar onderweg wordt in de Gemeente Leersum langs de Rijksweg in de woonwagen geboren Hillegonna Rijntje. Op 5 November 1901 om 4 uur in de ochtend komt hun dochter ter wereld. Barend doet 7 November aangifte van geboorte.

Geboorteakte Hillegonna Rijntje

 

In Naaldwijk, op 7 Juli 1903, krijgen Hillegien en Barend weer een zoon. Zijn naam is Bernardus. 

Op 9 December 1903 om 4:00 in de ochtend overlijdt Bernardus in ‘s Gravehage. Hij wordt maar 5 maanden oud. 

Barend doet 10 December samen met Engelbertus Heilbron 60 jaar aangifte van overlijden van zijn zoontje.

 

Overlijdensakte Bernardus

Hoofdstuk 17       1904 Het ongeluk

Een stoomtram

 

Van horen zeggen via de familie had Barend een lange witte baard en een houten poot. 

Het leek me interessant om uit te zoeken of het in de eerste plaats waar is van die houten poot, en in de tweede instantie te weten te komen waarom hij die houten poot dan wel  had.

Of Barend een witte baard heeft, weet ik niet. Wel weet ik nu dat hij inderdaad maar 1 been moest hebben gehad want  hij heeft er één in 1904 verloren tijdens een ongeluk. 

In de nacht van 23 Maart 1904 is Barend aan de wandel op de Warmonderdamsche weg in Sassenheim. 

Door een oorzaak die ik vermoed maar niet ga noemen omdat ik het niet zeker weet, heeft hij de laatste stoomtram komende uit Leiden over het hoofd gezien. De tram is over zijn been heen gereden en heeft zijn been verbrijzeld. 

Een geluk bij een ongeluk was er snel een dokter ter plaatsen. Dokter Metzlar heeft met EHBO waarschijnlijk zijn leven gered.

Barend is per kerende tram  naar het academische ziekenhuis in Leiden gebracht. Daar hebben ze naar alle waarschijnlijkheid zijn been moeten afzetten.

 

Leidsche Dagblad 23 Maart 1904

 

Op het moment van het ongeluk stonden ze met de woonwagen op de Wasbeckerlaan in Sassenheim. Barend en Hillegien hebben nu 8 kinderen en vader is op dit moment voorlopig arbeidsongeschikt.

Er waren in hun tijd geen sociale wetten en Barend had vast nog nooit gehoord van een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

In 1904 was er ook geen ziektekostenverzekering. Die kwam pas in 1930.

Dus moest Hillegien aan de slag als ze dat al niet deed natuurlijk. Op de kinderen kunnen ze ook al niet bouwen want ze hebben de pech dat in 1900 de leerplichtwet is ingevoerd. De kinderen moeten naar school.

Hoe ze het  gedaan hebben om rond te komen? Geen idee!

Ze konden aankloppen bij de kerk of de gemeente maar of je daar geholpen werd, was maar de vraag, dat ging volstrekt willekeurig.

Wel weet Hillegien  1 ding zeker en wel dat ze weer zwanger is, heel kort, 1 maand nog maar, maar toch.

 

 

Hoofdstuk 18     1904   Om gek van te worden

Geboorteakte Bernardus

Hillegien bevalt 27 Oktober 1904 om 3:00uur in Amersfoort aan de Hoogenweg van een jongen, ze noemen hem Bernardus vernoemd naar zijn overleden broertje. 

Lang mogen ze niet van hem genieten want Bernardus wordt niet ouder dan 20 dagen op 16 November 1904 overlijdt hun zoontje in Ede.

 

Overlijdensakte Bernardus 

Hoofdstuk 19   1905    Hillegien krijgt het op haar heupen

Raadhuis op de  hoek van de Eemnesserweg, Brink en de St. Janstraat in Laren.

Hillegien heeft haar op haar tanden.

Daar kom ik achter als ik een veroordeling van haar lees in het Noord Hollands archief in Haarlem.

Op 6 April 1905 om 14:45 is Hillegien aan de openbare weg op de Brink in Laren Noord Holland, nabij het Raadhuis. 

Daar krijgt ze het aan de stok met de plaatselijke veldwachters Hermanus van der Berg en Jan Hendrik Mulder, 

Veldwachter Van Ven Berg verklaardt in zijn proces-verbaal die hij opmaakt 7 April dat hij in uniform dienst doende  een vrouw zag en hoorde vloeken op de openbare weg nabij het Raadhuis te Laren. Later bleek ze te zijn Hillegien van Wijk Huisvrouw van Barend Meerman Geboren te Assen Gemeente Vredeveld op 17-1-1867 zonder vaste woonplaats. 

Hillegien is  niet blij, ze staat te vloeken op straat.  Ze heeft in het Raadhuis iets willen regelen c.q.  bereiken en dat is haar niet gelukt omdat ze door veldwachter Jan Hendik  Mulder uit het Raadhuis is gezet.

Hilarisch is  dat veldwachter Mulder de zelfde is als waar Barend het in 1899 mee aan de stok heeft gehad. 

Door haar gevloek komen er steeds meer mensen om haar heen staan.. Veldwachter van der Berg is met deze gang van zaken niet zo blij en verzoekt Hillegien zich rustig te houden. 

De mensen om Hillegien heen gaan zich met de discussie bemoeien, en dat wil de veldwachter al helemaal niet hebben. De veldwachter geeft aan dat Hillegien aan zijn aanmaning geen gevolg gaf, sterker nog: ze begint de veldwachter uit te schelden. Op het laatst maakt ze het voor de veldwachter te bond door tegen hem te zeggen “Ik ga voor jou ook niet weg lelijke gemene flikker!”

Hiermee maakt Hillegien zich volgens de veldwachter schuldig aan eenvoudige belediging. Door de veldwachter uit te schelden voor flikker, heeft zij bewust, volgens de veldwachter, hem in zijn eergevoel  willen kwetsen tegenover het toegestroomde publiek.  

Hillegien wordt gearresteerd en haar personalia worden opgenomen, Later op 28 Juni 1905 wordt Hillegien bij verstek bij de arrondissement rechtbank in Amsterdam  veroordeeld tot 8 dagen hechtenis. Dit omdat ze zich schuldig heeft gemaakt aan de artikelen 266 en 267 van het wetboek van strafrecht.. Maar je snap het al, bij verstek, ze was niet bij haar veroordeling, sterker nog: ze gaat in hoger beroep. Maar het mag niet baten. 1 November 1905 blijft  bij de arrondissement rechtbank in Amsterdam  de 8 dagen staan. Ze is weer niet bij haar vonnis aanwezig en heeft deze ook nooit uitgezeten zover ik heb kunnen uitzoeken.

 

Vonnis Hillegien Amsterdam

Vonnis verweer