Hoofdstuk 20    1906     Nog twee kinderen

 

Het is een meisje. Oma heet Johanna Magdalena, het meisje dat in 1906 wordt geboren heet Magdalena Johanna. 

Ze wordt geboren in ’s Gravenhage, op 27 mei om 6 uur in de ochtend. 

Waarschijnlijk op een woonwagenkamp aan de Waldorpstraat. Waarom ik dat denk? Omdat, er in de veroordeling van Hillegien van vorig jaar stond:" woonachtig Waldorpstraat ’s Gravenhage."

In de geboorteakte van Magdalena Johanna staat dat Barend stoelenmatter is. Hij heeft zijn beroep gewoon voortgezet, na het ongeluk met de tram. Waarom ook niet? Het zou best gaan met 1 been. 

Drie jaar verder in de tijd.

1909 

We zijn nu even in Vlaardingen. Daar wordt op 25-10-1909 een jongen geboren. Ze noemen hem Barend. Hij wordt geboren op de 1ste Afrolsteeg in Vlaardingen. 

Dit jongetje redt het wel. Hij wordt volwassen en krijgt kinderen. Ik heb contact gehad met een dochter en kleinzoon van hem.

 

Geboorteakte Magdalena Johanna

Schiedamse courant  30-10-1909 

Hoofdstuk 21    Kinderen op een rijtje

 

Barend en Hillegien hebben, zover als ik heb kunnen uitzoeken, 14 kinderen op de wereld gezet. 

Ik zou kunnen begrijpen dat het niet duidelijk is wie wat waar . Dus maak ik het voor u wat duidelijker met een lijstje. 

Daar gaan we : 

Hun eerste zoon: 

1 Jacob     geb. 14-3-1886 Loonerveld Assen ovl 19-8-1896 Hilversum 10 jaar. 

2 Jacomia geb. 17-6-1887 Loonerveld Assen ovl ? Ze wordt volwassen en trouwt. 

3 Maria      geb. 3-3-1889 Olst ovl 16-7-1973 Heerlen. Trouwt 

4 Sophia    geb. 5-11-1890 Utrecht ovl. 19-6-1973 ’s Gravehage. Trouwt. 

5 Johanna Magdalena geb. 11-10-1892 Renkum ovl. 22-1-1865 ‘s Gravehage. Trouwt.                  

6 Jacoba   geb. 24-1-1895 ’s Gravehage ovl. ? Ze wordt volwassen en trouwt. 

7 Christina geb. 30-1-1897 Amsterdam ovl. ?  Ze wordt volwassen en trouwt. 

8 Hillegina  geb. 30-4-1898 Laren ovl 2-3-1900 ’s Gravehage. 1 jaar 11 mnd. 

9 Jacobus Hendrikus geb. 24-3-1900 Delft ovl. ? Hij wordt volwassen en trouwt. 

10 Hillegonna Rijntje    geb. 5-11-1901 Leersum ovl. ? Zij wordt volwassen en trouwt. 

11 Bernardus geb. 7-7-1903 Naaldwijk ovl. 9-12-1903 ’s Gravehage. 5 mnd. 

12 Bernardus geb. 27-10-1904 Amersfoort ovl. 16-11-1904 Ede 20 dagen. 

13 Magdalena Johanna geb. 27-5-1906 ’s Gravehage ovl ? Zij wordt volwassen en trouwt. 

14 Barend geb.25-10-1909 Vlaardingen ovl ? Hij wordt volwassen en trouwt.

 

 

 

Hoofdstuk 22        Tehuizen en gestichten.

 

Sommige kinderen van Barend en Hillegien komen terecht in Weeshuizen, Kloosters en Gestichten waaronder mijn Oma.  Het zou verschillende oorzaken kunnen hebben waarom de kinderen niet thuis opgroeien, want dat het zo is, staat vast. Is het omdat hun ouders een zwervend bestaan lijden en de kinderen naar school moeten want in 1900 komt de leerplicht om de hoek kijken?Is het dat de kinderbescherming heeft ingegrepen, Of is het omdat Pa en Ma het beter vinden dat de jonge kinderen een beter onderkomen en een beter toekomst  perspectief hebben als dat zij hebben gehad? 

De grootste vraag voor mij is:" Zijn de kinderen vrijwillig uit huis geplaatst of zijn ze gedwongen door de overheid?" En dat is wat ik nu nog niet weet.  

In Zoeterwoude staat het liefdesgesticht “De Goede Herder” mijn Oma haar zus Sophia en Maria hebben van 1906 tot hun 21ste jaar in dit gesticht verbleven. Ze stonden als bestedelingen” ingeschreven, wat wil zeggen dat iemand voor ze betaalde. Het kan ook zijn dat ze ergens een betrekking hadden als dienstmeisje of zo. 

Het nonnenklooster (gesticht) is uit 1860 en behoorde tot de (oorspronkelijk Franse) congregatie van ‘Onze-Lieve-Vrouw van Liefde des Goeden Herders van Angers’. Deze orde stelde zich onder meer ten doel jonge vrouwen te behoeden voor prostitutie. In 1899 verrees hier dan ook een groot internaat voor moeilijk opvoedbare meisjes. In 1972 zijn de laatste nonnen er vertrokken.

Alle kinderen, behalve de oudste dochter Jacomina, komen terecht in tehuizen. Allemaal zie ik voorbij komen op de lijst van het Rooms Katholiek Doorgangshuis aan de Bilderdijkstraat 92 in Den-Haag. Daar kom je waarschijnlijk eerst terecht om vervolgens door te reizen naar een tehuis. Waar gaan ze heen?

Jacoba geeft aan op haar kaart van de bevolkingsregistratie dat zij geen inlichtingen wil geven aan derde, dit respecteer ik. 

Christina is naar het Liefdesgesticht De Goede Herder in Velp gegaan.

Hillagonna Rijntje is op 20-1-1915 ingeschreven in het gesticht de voorzienigheid aan de Scheveningseweg 37 in Den-Haag.

Magdalena Johanna naar het Liefdesgesticht in Budel.

Jacobus Henderikus en Kleine Barend zijn opgenomen in het opvoedingsgesticht Harreveld in Lichtenvoorde. Jacobus zat daar al toen kleine Barend in 1915 geplaatst werd, hij was toen 6 jaar!

Ik hou dit bewust wat klein. Ik kan wel uitgebreid alle data gaan roepen naar dat lijkt mij wat saai. Als u meer wilt weten, roept u maar.  

Foto boven: Liefdesgesticht De Goede Herder in Zoeterwoude. Het is het achterste gebouw op de foto.

 

Gesticht Harreveld te Lichtenvoorde

We zijn rondom 1910 uitgekomen. Barend is nu 55 jaar en hij is waarschijnlijk zijn wilde haren een beetje kwijt. Ik vind geen berichten meer over hem in de archieven of kranten. Geen stoeipartijen met de plaatselijke veldwachter, geen slimme ideeën meer zoals crowdfunding in de krant, niets. Dit is voor ons wat saai maar voor Hillegien een verademing, al moet je haar ook niet uitvlakken. Zij heeft ook een mening en die steekt ze niet onder stoelen of banken. Dat hebben we onder anderen gezien in 1905 in Laren op de Brink. 

Hoofdstuk 23        Waar in Nederland 

Waar heeft Barend eigenlijk allemaal gewoond?

Laat ik beginnen met te zeggen dat het voor hem anders moet zijn geweest als voor ons, die wonen in een huis.

Barend heeft na zijn trouwen, besloten te gaan trekken met de woonwagen. De woonwagen zou zijn huis zijn geweest, hij woonde daar maar toch weer elke keer ergens anders. Maar was zijn woonwagen ook zijn thuis?  Als je niet gewenst en gemeden wordt door ons mensen die in huizen wonen, en ons te goed voelen om enige medeleven te tonen. Heb je dan een thuis?  

Het is niet zo makkelijk om zomaar te zeggen waar Barend en Hillegien gewoond hebben. Ze trokken rond met hun wagen en stonden niet op een vaste plek, dus staan ze ook niet ingeschreven in het bevolkingsregister. Ik heb mij gehouden aan het bevolkingsregister. Wel zou je kunnen aannemen dat hun vaste staanplaats met de wagen aan de Eemnesserweg in Laren was. Naar mijn mening zagen ze dit kamp als hun thuisbasis om dat het elke keer terugkomt in de vonnissen en in het politieblad. En de verklaring uit het vonnis van Hillegien uit 1905 dat ze woonachtig waren in het woonwagenkamp aan de Waldorpstraat in Den-Haag, zegt dat ze toen verhuisden van de standplaats in Laren naar een standplaats in Den-Haag. 

 

In het bevolkingsregister in Amsterdam kom ik Barend tegen, samen het Hillegien Jacomina, Maria, Sophia, Johanna Magdalena(oma) en Jacoba. Het is 7 januari 1897 en hij komt uit Den-Haag en vertrekt 24 februari 1899 naar weer naar Laren (N.H) Opmerkelijk  is dat de kinderen hier nog bij het gezin zijn. Ook Maria is ingeschreven bij haar ouders.

Dit kan niets anders betekenen dan dat hij ook een woonwagen heeft want Jacoba wordt  30-4-98 geboren in Laren. In een woonwagen.

Het is duidelijk dat ik het nog niet helemaal snap.  

 

Volgens een trouwakte uit 1913, weet ik dat hij woonachtig is in Den-Haag.

  

Op 2 november 1914 is hij terug in Amsterdam en woont in een keet staande op de ring Mauritskade 4de keet.

 

Op 26 januari 1915 trek hij in bij zijn dochter Sophia en haar man aan de Heemsterhuisstraat 188 in Den-Haag. Na iets meer dan een maand, op 2 maart 1915, vertrekt hij naar de Snoekstraat 5a in Den-Haag.

 

7 december 1915 is hij terug in Amsterdam. Hij verblijft daar in een logement aan de Land van Beloftensteeg 15. Dit is in de wijk die men Duvelshoek noemt, hier zijn veel logementen.

Als u hier klikt komt u op een pagina die verteld over de Duvelshoek. 

Hij verblijft 5 maanden in dit logement en vertrekt 8 mei 1916 weer naar de Snoekstraat 5a in Den-Haag.

 

Na ongeveer 7 maanden, op 25 januari 1917, verhuist hij weer. Dit maal naar de Zuilingstraat 71 in Den-Haag.

Zijn dochter Johanna Magdalena (oma) woont vanaf 1918, samen met haar man en kind, bij haar ouders in. Net zoals dochter Christina.

 

In de Zuilingstraat 71 woont hij best een tijdje, iets minder dan 5 jaar. Pas op 24 juli 1922 vraagt hij een vergunning aan om in een woonwagen te wonen, woonwagennummer 's-Gravenhage 164. Zijn zoon, Jacobus Hendrikus, woont bij zijn ouders in. Waar deze woonwagen gestaan moet hebben, weet ik nog niet. Ik vermoed dat dit de Binckhorsthoek is omdat dit aansluit op wat hierna volgt.

 

24 juli 1924 staat hij geregistreerd met woonwagen 's- Gravenhage nr. 139 op het woonwagenkamp Binckhorsthoek. Hij vraagt een vergunning aan om in deze woonwagen te mogen wonen op 13 augustus 1924.

In het begin van 1925 besluit de gemeente het kamp op te doeken. het wordt verplaatst naar de Loozerlaan.

Barend verhuist niet mee. Voordat de verhuizing aanvangt, druk hij zijn snor.

  

Op 17 november 1924 verhuist hij naar de Zuilingstraat 110 en pas op 21 februari 1927 verhuist hij naar de Jan Hendrikstraat 83 Den-Haag na een jaar en vier maanden is het huisnummer verandert in 35.

 

27 mei 1929 is hij in Utrecht woonachtig, aan het Sint-Jacobsplein nummer 11.

 

Wat wel opvalt, is dat ik er bijna zeker van ben dat Barend en Hillegien de woonwagen afwisselen met het wonen in een huis. Kijk naar de Snoekstraat, de Zuilingstraat en de Jan Hendrikstraat. Ook voor Utrecht, aan het St. Jacobsplein, kan ik geen bewijs vinden dat daar in die tijd een woonwagenkamp moet zijn geweest. Het kan niet anders dan een woonwagenkamp zijn geweest waar ze dan hebben gestaan moesten hebben want je mag je woonwagen in deze tijd niet meer overal neer plempen. Dat was toen Barend begon met trekken wel anders. 

 

 

Hoofdstuk 24         woonwagenkamp Binckhorsthoek 1922

In dit hoofdstuk probeer ik een impressie te geven over het woonwagenkamp Binckhorsthoek. We leven hier in de beginjaren 20 en men heeft nog niet gehoord van medemenselijkheid. De mensen op dit kamp leven onder mensonterende toestanden, leest u zelf maar.

Zo zijn er nog meer van dit soort kampen in Nederland o.a. in Amsterdam en Arnhem.   

 

Hieronder een filmpje over het kamp uit 1922. Het is mogelijk dat Barend en Hillegien toen op het kamp stonden.

 Hoofdstuk 25     Kinderen trouwen

in 1913 trouwt zijn dochter Sophia met haar Johannes Laurens Willem van Evelingen. In de trouwakte staat dat Barend zonder beroep is.

In 1918 trouwt mijn oma met haar Anthonie Johannes Samuel Pracht. In haar trouwakte staat dat Barend handelaar is in kramerijen.

In 1919 trouwt Christina met haar Arie Mossing. In haar trouwakte staat dat Barend koopman is in kramerijen.

in 1923 trouwt Jacobus Hendrikus met Trijntje Friemann en in deze trouwakte is Barend stoelenmaker. 

In 1924 trouwt Hillegonna Rijntje met Gerardus Johannes Knijnenburg. In deze akte is hij rietvechter.

Als Jacoba trouwt met Gerardus Johannes Roling in 1925, is hij zonder werk. Dat is niet zo gek want hij is dan al 70 jaar.

Magdalena Johanna trouwt met Willem Johannes Arnoldus Goedman in 1933.  

Allemaal zijn zij getrouwd in Den-Haag.